Op bezoek bij Joris: de snoepen van onze jeugd

Monday, January 8, 2018
Image title
Het ambachtelijk snoep van Joris is één van de topproducten binnen ons confiserie-assortiment. Snoepwinkels appreciëren het ambachtelijke karakter van deze traditionele snoepen in de typische roze doosjes. We bezochten de Belgische suikerbakkerij van Joris en ontdekten er hoe hun snoepen gemaakt worden. De finishing touch blijft echter nog strikt geheim.
Image title

Ontstaan van Joris Confiserie


Sint-Agatha Berchem in het jaar 1938. In het keukentje van zijn moeder experimenteert Jan Van den Driessche ijverig met chocolade, pralines, gommetjes en dragees. Jan kent er wat van, want hij heeft de liefde voor de fabricatie van suikergoed geërfd van zijn vader Joris. Al snel weten de kleine Brusselse winkeltjes zijn recepten op prijs te stellen en zijn productie vindt gretig afzet. Elke dag voert Jan per fiets zijn 50 kilo snoep rond door de Brusselse straten.

Image title

De oorlog en het schot…

Dan komt de oorlog. Grondstoffen voor de productie worden schaars, maar suiker en gelatine zijn nog te koop. Confiserie Joris maakt van de nood een deugd en specialiseert zich in malse gommetjes zoals beertjes, muizen, meli-melo’s en harde gommen zoals kersen en belga’s. Dat blijkt een schot in de roos te zijn.


Traditionele productiemethodes om smaak te behouden

Confiserie Joris levert vandaag reeds 4 generaties nog steeds de authentieke smaak en de kwaliteit van 1938. Dat is helemaal te danken aan de traditionele productiemethodes die nog altijd gerespecteerd worden.

Een mengsel van ongeveer 250 kilo suiker, glucose en water wordt klaargemaakt in grote koperen ketels. Die gaan dan in een bain-marie met hete stoom.

Image title

Voor de malse gommetjes duurt dat het kookproces 30 minuten, voor de harde gommetjes duurt het een uur. Joris behoudt die productiemethode, omdat andere technieken de smaak kunnen beïnvloeden en dat willen ze absoluut vermijden.


Muizen, beertjes, colaflesjes, en nog 50 andere soorten uit lang vervlogen tijden …

Nadat het mengel in de ketels voldoende gekookt heeft, voegt men er gelatine bij. Zo ontstaat de grondstof voor de malse gommetjes. Voor de harde gommen gebruikt men arabische gom, een soort hars van Afrikaanse acacia’s. De vloeistof moet dan even rusten en wordt stilaan helder. Daarna gaat er een kleurtje bij en ten slotte één van de 50 aroma’s. Dan is de grondstof helemaal klaar.

Het warme en geurige mengsel wordt in de mogul of gietmachine gegoten, die muizen, beertjes, colaflesjes en dergelijke vormt. Wat uit de mogul tevoorschijn komt, is al perfect herkenbaar als de gommetjes die in de winkel te koop zijn, maar er zijn nog enkele bewerkingen nodig eer het product zijn finale bekoorlijkheid verkrijgt.

Image title

Malse en harde gommetjes

De malse gommetjes moeten maar één dag rusten in de koelruimte. Ze blijven zacht vanwege de gelatine, die veel water kan vasthouden zonder dat de snoepjes gaan kleven.

De harde snoepen met de arabische gom vragen wat meer tijd. Zij moeten twee tot vijf dagen ondergebracht worden in een droogkamer op een temperatuur van zowat 60-90°C, zodat het overtollige vocht kan verdampen. Hierbij verliezen zij wel een deel van hun gewicht. Daarna worden ze uitgestald op lange droogtafels. Het duurt dan ook ongeveer twee weken om harde gommen te maken.

Image titleImage title

Finishing touch strikt geheim

Bij het maken van de vormpjes in de poederkasten wordt veel maïsbloem gebruikt en die kleeft natuurlijk aan de gommetjes. Het zetmeel moet dus zorgvuldig weg geborsteld worden en daarna krijgen sommige snoepjes een subtiel laagje olie over zich heen (muisjes, beertjes) of een laagje suiker (meli-melo’s, mandarijntjes). Daarna wordt de finishing touch uitgevoerd, die de familie Van den Driessche zeer strikt geheim houdt.

Image title
Image title
Image titleImage titleImage title
Loading
Loading